Responsive image

1.36 Activiteitentoets voor een beleggingsentiteit

Download de app voor meer functionaliteit.

1.36 Activiteitentoets voor een beleggingsentiteit

Het staat een FI vrij om in plaats van de definitie in artikel 1.j NL IGA te kiezen voor de definitie van ‘investment entity’ uit de Final Regulations (artikel 4, zevende lid, NL IGA en artikel 2a, derde lid, UB WIB). Als een FI dat doet, kiest zij voor integrale toepassing van de definitie van ‘investment entity’ zoals omschreven in §1.1471-5(e)(4) Final Regulations. Conform §1.1471-5(e)(4)(i)(B) van de definitie is de FI eerder dan op grond van de definitie in de NL IGA een beleggingsentiteit als haar activiteiten beheerd worden door een andere beleggingsentiteit, een instelling die deposito’s neemt, een bewaarinstelling zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, NL IGA, of een verzekeringsmaatschappij of holdingmaatschappij zoals omschreven in §1.1471-5(e)(1)(iv) Final Regulations. De beheerde beleggingsentiteit moet dan wel voldoen aan de inkomenstoets van §1.1471-5(e)(4)(iv)(A) Final Regulations.

De definitie van beleggingsentiteit zoals opgenomen in Sectie VIII.A.6 e CRS is gelijk aan de hierboven beschreven integrale FATCA-definitie, dus met inbegrip van de aanvulling in de Final Regulations.

Een beleggingsentiteit mag voor toepassing van FATCA vasthouden aan de definitie van de NL IGA. Het gevolg kan zijn dat een entiteit geen FI is voor toepassing van de NL IGA, maar wel voor de CRS. Daarom wordt aangeraden gebruik te maken van de CRS definitie/integrale FATCA-definitie. De hiernavolgende tekst gaat uit van de CRS en de integrale FATCA-definitie.

Een entiteit die in het kader van de bedrijfsuitoefening voor of namens een cliënt een of meer van de in Sectie VIII.A.6.a.i-iii CRS dan wel artikel 1.1.j. 1-3 NL IGA vermelde activiteiten uitvoert, wordt beschouwd als een beleggingsentiteit. Een entiteit die voor eigen rekening en risico zich ten doel heeft gesteld de beurshandel in opties of andere financiële instrumenten te onderhouden, wordt doorgaans niet geacht voor of namens een cliënt te handelen.

Als een beleggings-BV met een directeur-grootaandeelhouder als enige aandeelhouder in aandelen belegt, dan is geen sprake van een cliëntrelatie tussen de besloten vennootschap en de directeur-grootaandeelhouder. Deze vennootschap is geen beleggingsentiteit. Als echter een professionele derde partij de beleggingswerkzaamheden uitvoert, dan is wel sprake van een cliëntrelatie tussen die derde partij en de vennootschap of de directeur-grootaandeelhouder. In dat geval is die professionele derde partij een beleggingsentiteit. In de systematiek van de CRS en de NL IGA is de beleggings-BV zelf daardoor ook een beleggingsentiteit.

Met betrekking tot de term ‘uitvoeren in het kader van de bedrijfsuitoefening’ is sprake van een beleggingsentiteit als de bedrijfsuitoefening overwegend (‘primarily’) bestaat uit de beleggingsactiviteiten zoals die ook staan vermeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, NL IGA (§1.1471-5(e)(4)(i)(A) Final Regulations en Sectie VIII.A.6.b CRS). Dit betekent dat pas van een beleggingsentiteit kan worden gesproken als voldaan wordt aan een inkomenstoets die inhoudt dat het bruto-inkomen uit beleggingsactiviteiten ten minste 50% van het totale bruto-inkomen moet bedragen gedurende:

  • een periode van drie jaren eindigend op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de beoordeling plaatsvindt; of
  • de periode van bestaan van de entiteit indien deze korter is dan die drie jaren (§1.1471-5(e)(4)(iii)(A) Final Regulations).

De definitie van beleggingsentiteit in de Final Regulations ziet ook op het begrip ‘financial assets’ dat in de NL IGA niet voorkomt maar wel is gedefinieerd in §1.1471-5(e)(4)(ii) (en in Sectie VIII.A.7 van de CRS) en waartoe onroerende zaken niet behoren. Entiteiten die rechtstreeks onroerende zaken houden, zijn daarom alleen een beleggingsentiteit volgens de Final Regulations als is voldaan aan de inkomenstoets voor een self-managing entiteit (§1.1471-5(e)(4)(iii) Final Regulations) of voor een gemanagede entiteit (§1.1471-5(e)(4)(iv)(A) Final Regulations). Dit betekent dat het bruto-inkomen uit beleggingsactiviteiten (exclusief bruto-inkomsten uit (her)investering en handel in onroerende zaken) ten minste 50% van het totale bruto-inkomen van de entiteit moet bedragen gedurende:

  • een periode van drie jaren eindigend op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de beoordeling plaatsvindt; of
  • de periode van bestaan van de entiteit indien deze korter is dan die drie jaren.

(Sectie VIII.A.6 en 7 van de CRS en artikel 1, eerste lid, onderdeel j, NL IGA)

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.